De prijs die leveranciers mogen rekenen voor klanten die het warmtenet gebruiken, daalt flink. Dit is goed nieuws voor warmtenetgebruikers, want die kunnen niet overstappen naar een andere leverancier. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) houdt de prijs goed in de gaten.
De maximale prijs die energieleveranciers voor het gebruik van het warmtenet (ook wel stadsverwarming genoemd) mogen vragen, is gekoppeld aan de gasprijs. Vorig jaar schoot die door het dak, maar dit jaar is de prijs bijna gehalveerd. Per gigajoule mag stadsverwarming in 2024 maximaal 46,69 euro kosten. In 2023 is dat 90,91 euro.
Het lijkt een grote verandering, maar in de praktijk valt het mee. Dit komt door het prijsplafond, waardoor het warmtenet ook een maximaal bedrag had. Bleef je verbruik onder de 37 gigajoule, dan betaalde je niet meer dan 47,38 euro per gigajoule. Alleen als je meer verbruikte, betaalde je ook meer.
Voor de meeste gebruikers van stadsverwarming is het dus bijna alsof het prijsplafond wél wordt doorgezet. Dat is fijn, want het warmtenet zit gebonden aan je woning. Je kunt er dus niet voor kiezen om het niet te gebruiken. Voor mensen die niet op het warmtenet aangesloten zijn, is het slim om goed naar hun energiecontract te kijken. In 2024 loopt het prijsplafond namelijk niet door.
Alle warmtenetten in Nederland zijn gesloten. Dit betekent dat een netwerk één leverancier heeft, en één warmteproducent. Je kunt dus niet kiezen van wie je de warmte afneemt. Elke energieleverancier heeft daarmee een monopolie op het warmtenet en kan in theorie enorme prijzen rekenen.
Omdat er geen concurrentie is, springt de ACM in om de consument te beschermen tegen torenhoge prijzen. De ACM zorgt ervoor dat alle maximumprijzen van warmtenetten hetzelfde zijn. Een energieleverancier mag er alleen van afwijken als het gevraagde bedrag lager is dan – in dit geval – 46,69 euro.