Een nieuwe, soepele regeling maakt een fiets van de zaak per 1 januari 2020 aantrekkelijk voor werkgevers én werknemers. Maar hoe werkt dit eigenlijk? En hoeveel gaat dit kosten? We leggen uit hoe het zit.
Bijna drie op de vijf Nederlanders woont binnen een straal van 15 kilometer van het werk. Toch neemt het grootste deel dagelijks de auto om naar het werk te gaan, terwijl deze afstand gemakkelijk met een (elektrische) fiets af te leggen is. De fiets is milieuvriendelijk, gezonder en bovendien voordeliger.
Er bestaat al jarenlang een regeling voor een fiets van de zaak. Hier wordt echter weinig gebruik van gemaakt door de administratieve rompslomp: voor werkgevers brengt het hoge kosten met zich mee en werknemers moeten elke privékilometer nauwkeurig registreren. Op Prinsjesdag 2019 kondigde de overheid een nieuwe regeling aan, die per 1 januari 2020 van kracht gaat. Het is een onderdeel van kabinetsplannen om meer forenzen op de fiets te krijgen.
Tot en met 31 december 2019 is het nog zo dat een werknemer een eventuele fiets van de zaak onbelast voor zakelijk verkeer kan gebruiken. Bij privégebruik moeten werknemer en werkgever zelf de economische waarde van dat privégebruik berekenen. Dit doet men door het aantal privékilometers te vermenigvuldigen met de kilometerprijs. Die laatstgenoemde bestaat uit de kosten per kilometer van de fiets aan elektriciteit, onderhoud, reparatie, afschrijving en verzekering.
Vanaf 1 januari 2020 lijkt de fiets van de zaak veel meer op een leaseauto: de werkgever leaset de fiets bij een leasemaatschappij en stelt deze ter beschikking aan de werknemer. Deze mag de fiets behalve zakelijk ook onbeperkt privé gebruiken tegen een jaarlijkse bijtelling van 7% van de adviesprijs. Hier zitten de kosten voor verzekering, onderhoud en afschrijving van de fiets al bij inbegrepen.
Een andere optie is het kopen van een fiets via de werkgever. In dit geval maken werkgever en werknemer afspraken over aanschafwaarde van de fiets en de manier waarop dit verrekend wordt met het salaris: bijvoorbeeld door dit bedrag in te houden op het brutoloon of door het gebruik van een mobiliteitsbudget.
Een stuk eenvoudiger en dus aantrekkelijker. Het is aan werkgevers en werknemers om onderling afspraken te maken over het gebruik van de fiets. Zo kan de werkgever de werknemer vragen om een eigen bijdrage voor onderhoud, verzekering etc. Dit gaat echter wel van de bijtelling af. Ook kan de werkgever ervoor kiezen om de bijtelling voor zijn rekening te nemen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling.
Met de Fiets van de Zaak 2020 kunnen werknemers voor een gering bedrag per maand een nieuwe (elektrische) fiets rijden. Een fiets van 2000 euro zal – afhankelijk van het afgesproken onderhoud, de contractduur, de verzekering en de belastingschaal – tussen de 4 en 10 euro per maand kosten. Wilt u weten of u er qua vergoedingen op achteruit gaat met een fiets van de zaak? Dat berekent u hier. Op de site van de Fietsersbond kunt u berekenen wat een bepaalde fiets u per jaar kost.
Het gebruik van een leasefiets heeft mogelijk wel invloed op de reiskostenvergoeding die de werknemer ontvangt: deze kan volledig stopgezet of verminderd worden, maar mogelijk blijft deze ook gewoon ongewijzigd. Het is aan de werkgever om dit te bepalen, eventueel in overleg met de werknemer.
In principe geldt dat alle fietsen die primair door spierkracht worden voortbewogen in aanmerking komen voor de nieuwe regeling. Het maakt niet of dit nu een gewone fiets, racefiets, mountainbike, elektrische fiets of speed pedelec is.
De nieuwe regeling biedt diverse voordelen voor betrokken partijen: