De benzineprijs stijgt op dit moment flink. Het is voor het eerst sinds het begin van de coronacrisis dat de prijzen zo hoog zijn. Een van de oorzaken is dat olieproducerende landen met elkaar afspraken maakten om minder olie op te pompen. Door het lagere aanbod is de olieprijs weer gaan stijgen. Maar dit heeft niet alleen invloed op de benzineprijs. Ook de energieprijzen kunnen de komende tijd verder gaan stijgen.
Door corona gebruiken we onze auto minder vaak. We gebruiken dus minder benzine, maar toch stijgen nu de benzineprijzen. Dat lijkt onlogisch. Hoe het komt? Het aanbod van ruwe olie is op dit moment laag. Olieproducerende landen zijn namelijk minder olie gaan oppompen, omdat er door de coronacrisis en het thuiswerken veel minder vraag naar was. Door het lage aanbod is de olieprijs gaan stijgen. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat het einde van de coronacrisis nu steeds dichterbij komt door de vaccinaties. Als de economie weer aantrekt, stijgen de olieprijzen naar verwachting ook weer.
Wat betekent die stijging voor je portemonnee? Vorig jaar april kon je al benzine tanken vanaf 1,35 euro per liter. Nu betaal je gemiddeld zo’n 1,81 euro per liter. Voor een volle tank (met inhoud van 45 liter) betekent dit dat je nu in plaats van 60 euro zo’n 80 euro kwijt bent. Een behoorlijk verschil dus. De verwachting is bovendien dat de prijzen nog verder stijgen.
Doordat de prijs van olie stijgt, kunnen ook andere producten en diensten duurder worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor energie. Na de historisch lage energietarieven van vorig jaar zitten we weer in de lift omhoog. Langzaam maar zeker stijgen de tarieven, dus het is belangrijk om een eventuele overstap naar een goedkopere leverancier niet lang uit te stellen.