Na decennia van groei zijn zonnepanelen de laatste maanden minder populair. Installatiebedrijven zien een terugval in aanvragen. Wat is er aan de hand en wat kun je het beste doen als consument?
Precieze cijfers zijn er niet, maar uit een rondgang van Nieuwsuur, blijkt dat de meeste zonnepanelen-installateurs een dip beleven. “We zien ruim 30 procent minder aanvragen vergeleken met de vorige jaren”, zegt een installateur tegen het programma.
Huizenbezitters lijken onzeker te zijn geworden over de aanschaf van nieuwe zonnepanelen. Dat heeft twee duidelijk aanwijsbare redenen: onduidelijkheid over het wel of niet afschaffen van de salderingsregeling en het nieuws dat energiebedrijven meer kosten in rekening brengen voor eigenaren van zonnepanelen. We duiken er iets dieper in.
De Tweede Kamer stemde eerder dit jaar in met het afbouwen van de salderingsregeling. Deze regeling verkort de terugverdientijd van zonnepanelen en stimuleert zo huizenbezitters om panelen te kopen.
Dat zit zo: Salderen is het wegstrepen van je stroomverbruik tegen de stroom die je aan de energiemaatschappij teruglevert. Wanneer je meer teruglevert dan je gebruikt, ontvang je daarvoor een terugleververgoeding tegen een afgesproken tarief.
Inmiddels zijn zonnepanelen gemeengoed en vindt de Kamer de regeling niet meer nodig. Het plan is nu dat de salderingsregeling vanaf 2025 wordt afgebouwd. Dit betekent dat je elk jaar minder stroom mag wegstrepen. Vanaf 2031 kun je dan helemaal niet meer salderen. Je krijgt vanaf dan een vergoeding voor elke kWh stroom die je teruglevert.
Dit plan is nog niet definitief. De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel nog beoordelen en meerdere partijen hebben twijfels over het plan. Zo vinden ze dat de terugverdientijd van nieuwe zonnepanelen redelijk moet blijven. Ook moet gekeken worden naar afspraken over het teruglevertarief dat consumenten moet beschermen tegen energieleveranciers.
Al met al is er nog veel onzeker. Ook welk gevolg dit heeft voor de terugverdientijd. Die onzekerheid lijkt nu te spelen bij consumenten.
Ten tweede is er onrust over de extra kosten die energiebedrijven vragen aan eigenaren van zonnepanelen. Het bekendste voorbeeld is de introductie van de ‘vaste terugleverkosten’ door leverancier Vandebron. Klanten die per dag meer stroom terugleveren aan het stroomnet dan ze op die dag zelf verbruiken, gaan daar een vergoeding voor betalen.
Dat zit zo: Vanwege de salderingsregeling maakt Vandebron kosten als alle eigenaren van zonnepanelen stroom aan het net terugleveren op een zonnige dag. Dan is er soms te veel stroom beschikbaar. Vandebron moet het overschot dan tegen lage prijzen verkopen op de markt. De geïntroduceerde vaste terugleverkosten compenseren dat. Dit kan klanten tot enkele tientjes per maand kosten, afhankelijk van hoeveel panelen je hebt en hoeveel je teruglevert aan het net.
Vandebron is tot zover de enige leverancier die vaste terugleverkosten in rekening brengt, maar meerdere leveranciers verrekenen de extra kosten op een andere manier. Zo zijn er leveranciers die klanten met zonnepanelen geen meerjarig contract meer aanbieden. Of krijgen klanten met zonnepanelen geen loyaliteitsbonus bij het afsluiten van een nieuw contract.
Dit betekent dat de terugverdientijd van zonnepanelen langer wordt en dat maakt dit de tweede oorzaak van de dip in de zonnepanelenmarkt.
Vanwege de onzekerheid in de markt is het logisch je af te vragen wat je nu als consument moet doen. We bekijken verschillende situaties.
Als je panelen koopt, dan is het slim om gelijk een vast contract af te sluiten. Dan kan de leverancier de voorwaarden en teruglevertarieven niet tussentijds aanpassen. Bij een variabel contract kan dat maandelijks aangepast worden. Op dit moment (oktober 2023) is nog een ruime keuze uit 1- of 2-jarige contracten als je zonnepanelen hebt.
Heb je een geschikt dak en kun je de financiële investering dragen? Dan is het nog altijd slim om zonnepanelen aan te schaffen. Ten eerste lever je een bijdrage aan het klimaat. Ook blijft salderen voorlopig nog mogelijk. Als de regeling echt wordt afgebouwd, dan is dat pas in 2031 gebeurd.
Daarnaast zijn er nog genoeg leveranciers die nog 2-jarige contracten aanbieden voor eigenaren van zonnepanelen. Zo krijg je in ieder geval de komende twee jaar geen extra kosten.
Met de huidige salderingsregeling ligt de gemiddelde terugverdientijd van zonnepanelen op 6 à 7 jaar. Als de salderingsregeling wordt afgebouwd, vaste terugleverkosten de standaard worden en de terugleververgoeding niet stijgt, dan is er een risico dat de terugverdientijd drastisch omhoog gaat en zelfs kan verdubbelen.
Als deze drie factoren bij elkaar komen, dan zet dat een flinke rem op de aanschaf van zonnepanelen en de energietransitie. De overheid wil zorgen voor een reële terugverdientijd. Zo probeert de overheid de terugleververgoeding naar 80% van het kale leveringstarief te krijgen. Het kabinet is daarbij afhankelijk van wat leveranciers gaan doen. Als de afbouw van de salderingsregeling doorgaat, dan een maatregel als vaste terugleverkosten verdwijnen. Maar dat is nog erg onzeker.
De overheid zal proberen een reële terugverdientijd van zonnepanelen te garanderen. Dit is namelijk een belangrijk onderdeel van de Nederlandse energietransitie.