Technologie zoals een sensor of een achteruitrijcamera verkleinen de kans op schade. Toch dalen de autopremies niet, maar stijgen ze juist. Want het herstellen van deze slimme technologie bij een schade is namelijk ook peperduur.
Zoemers klinken als er te dicht op de motorkap iets beweegt, bellen gaan af als een paaltje te dichtbij komt en het stuur trilt als je langzaam afdwaalt naar de andere rijbaan.
Kortom sensoren maken het steeds moeilijker ergens tegenaan te rijden. Het is snel gegaan met al die technologie in auto’s. Nieuwere modellen remmen zelfs automatisch af, als een bestuurder waarschuwingen negeert, of niet snel genoeg ingrijpt.
Deze rijhulpsystemen kunnen het aantal ongelukken met maar liefst tweederde verlagen. Dat blijkt uit onderzoek, dat de Nederlandse verzekeraars in 2022 hebben laten uitvoeren.
Camera’s, sensoren en andere technologische hulpmiddelen kunnen het aantal gewonden door aanrijdingen halveren. Dit onderzoek van het Verbond van Verzekeraars laat verder zien dat de kans op een aanrijding tot drie keer groter is bij auto’s die niet waarschuwen, als de bestuurder naar een andere rijbaan glijdt. Een signaal, of zelfs automatisch remmen, als je in z’n achteruit tegen iemand of iets aan dreigt te rijden, verkleint de kans op een ongeval met meer dan 50 procent.
Uiteraard is Nederland hier niet uniek in. Een vergelijkbaar onderzoek, uitgevoerd door Amerikaanse autoverzekeraars, bewijst dat het aantal kop-staartbotsingen voor auto’s met sensoren tot 50 procent lager ligt dan bij auto’s zonder sensoren.
Camera’s en sensoren aan de achterkant voorkomen bijna 80% van de aanrijdingen bij achteruit rijden. Het aantal claims dat binnenkomt bij Amerikaanse verzekeraars voor schade aan slimmere auto’s ligt dan ook duidelijk onder het aantal claims voor auto’s zonder sensoren: tot wel 28% lager. Bij jonge bestuurders tot 25 jaar is die daling nog forser.
Waarom betalen de eigenaren van deze slimme auto’s dan niet minder voor hun autoverzekering? Het klopt inderdaad dat ook in Nederland het aantal schadeclaims door deze nieuwe technieken daalt. Het herstellen van schades bij auto’s met deze moderne techniek is een stuk kostbaarder. Resultaat is dat het bedrag per schadeclaim stijgt, waardoor het totale bedrag dat verzekeraars uit moeten keren in een jaar niet echt verandert of zelfs stijgt.
Voor auto’s met sensoren en andere hulpmiddelen lag de gemiddelde claim die Amerikaanse verzekeraars uitbetaalden inderdaad 117 dollar hoger dan bij ‘domme’ auto’s. Omdat de sensoren doorgaans aan de buitenkant van de auto zitten, raken ze ook nog eens vrij makkelijk beschadigd – zelfs bij een lichte aanrijding. Een ‘domme’ bumper vervangen, kost in de meeste gevallen een paar honderd euro. Voor een ‘slimme’ bumper, met ingebouwde sensoren, ligt dat bedrag al snel boven de duizend euro.
Reparaties aan de voorruit zijn vaak ook fors duurder als het gaat om meer dan schade aan het glas. Veel autoruiten hebben ingebouwde sensoren of camera’s die afstand, regen en daglicht meten. Zelfs als die systemen niet per se hoeven worden vervangen, kan het nodig zijn ze na schade aan de voorruit opnieuw af te stellen. Meten ze verkeerd, dan kan de auto op ongelukkige momenten ingrijpen en meer schade veroorzaken dan voorkomen.
Zo’n herijking van een rijhulpsysteem kost gemiddeld rond de tweehonderd euro.
De enige technologische rijhulp die in de Verenigde Staten de premies iets heeft laten dalen, is de Electronic Stability Control (ESC). Deze techniek, die de kans verkleint dat je controle over het stuur verliest, is in Europa sinds 2014 verplicht voor nieuwe auto’s.
Amerikanen met ESC in hun auto betaalden gemiddeld een halve procent minder dan eigenaren van vergelijkbare, oudere auto’s zonder ESC. In harde cijfers: op een gemiddelde jaarpremie van 1427 dollar (1263 euro), bespaarden ze zeven dollar (6,20 euro). Andere rijhulpsystemen leveren ook daar geen lagere premies op.