Wordt 2019 een goed jaar als het om onze geldzaken gaat? Op 1 januari veranderen er allerlei regelingen en tarieven. De belangrijkste op een rij.
In 2019 gaat het aantal belastingschijven omlaag van vier naar drie. Alleen AOW-ontvangers hebben nog te maken met vier schijven. Met ingang van 2021 wordt het tweeschijvenstelsel ingevoerd.
Alleen AOW-ontvangers met een inkomen lager dan €36.783 hebben recht op de maximale ouderenkorting. Wie een iets hoger inkomen heeft, verliest deze hoge korting niet helemaal. AOW’ers met een inkomen tussen €36.783 en €47.500 hebben recht op €1596 verminderd met 15% van het inkomen boven €36.783. Bij een inkomen meer dan circa €47.500 bestaat geen recht op ouderenkorting. In 2018 bestond bij een dergelijk inkomen nog recht op de lage korting van €72.
Over de eerste €30.360 van je vermogen betaal je geen belasting. De fiscus gaat ervan uit dat wij 0,13% rendement – forfaitair rendement – maken op spaargeld (was 0,36%) en 5,6% op beleggingen (was 5,38%). De verhouding spaargeld/belegd vermogen baseert de fiscus op het totale vermogen. Over het gemiddelde rendement is 30% inkomstenbelasting verschuldigd.
De boodschappen worden duurder omdat het lage btw-tarief stijgt van 6% naar 9%. Dit tarief geldt ook voor schilderen, stukadoren, behangen, isoleren en schoonmaken.
Vrijwilligers mogen €1700 onbelast ontvangen (was €1500).
Ouders kunnen hun kind tot ca. €102.816 (schatting Consumentenbond; officiële bedrag is nog niet bekend bij het ter perse gaan van dit nummer) belastingvrij schenken als het kind of zijn of haar partner nog geen 40 is en het bedrag gebruikt wordt voor de aanschaf van een eigen huis of voor de aflossing van de hypotheek. Als de ouders al eerder een groot bedrag in één keer hebben geschonken, mogen ze dit bedrag niet meer aanvullen tot de nieuwe, hogere vrijstelling. De overgangs-regeling die hiervoor bestond, vervalt in 2019.
Wie de aangifte inkomstenbelasting vóór 1 mei indient, hoeft geen belastingrente te betalen (als de Belastingdienst niet afwijkt van de aangifte). Bij een aangifte erfbelasting is belastingrente voortaan te vermijden door op tijd aangifte te doen of te verzoeken om een voorlopige aanslag. In de brief die de erfgenamen krijgen, staat wanneer de aangifte binnen moet zijn. Ook hier geldt als voorwaarde dat de Belastingdienst niet afwijkt van de aangifte.
Er komt een maximum van €250 voor de eigen bijdrage van geneesmiddelen. Op dit moment is er geen maximum.
Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI) voor mensen met ernstig overgewicht. Oefentherapie voor mensen met COPD (voorheen moesten zij de eerste 20 behandelingen zelf betalen). Ziekenvervoer voor consulten, controles en (bloed)onderzoeken.
Paracetamol en bepaalde voedings- supplementen die ook zonder recept bij de drogist of apotheek te koop zijn.
De premie voor de basisverzekering stijgt gemiddeld met iets meer dan 6 euro per maand tot ca. €118.
De zorgtoeslag gaat in 2019 ook omhoog: voor één persoon met maximaal €50 en voor stellen met maximaal €193.
Huurtoeslagontvangers gaan er gemiddeld een paar tientjes per jaar op achteruit, afhankelijk van de gemiddelde huurstijging. Dat komt door een eigen bijdrage die huurtoeslagontvangers voor 100% zelf betalen.
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen stijgt tussen de 7,5 en 9,5%. Hierdoor stijgen ook de onroerendezaakbelasting, het eigenwoningforfait en de waterheffing.
Bron: Eigen Huis, Waarderingskamer in brief aan de staatssecretaris van Financiën.
Het maximale belastingpercentage waarover huizenbezitters hypotheekrente mogen aftrekken gaat met 0,5% omlaag naar 49%. Door veranderingen in de belastingtarieven betalen veel mensen minder inkomstenbelasting. Daarmee wordt voor hen ook de hypotheekrenteaftrek lager.
Woningeigenaren betalen minder belasting over de waarde van de eigen woning. Voor woningen met een WOZ-waarde tussen de €75.000 en €1.060.000 hoeven ze nog maar 0,65% bij hun inkomen te tellen in box 1 (was 0,7%).
Wie zijn hypotheek (bijna) helemaal heeft afgelost, krijgt een beetje minder belastingvoordeel. De Wet-Hillen regelde tot nu toe dat deze woningbezitters geen belasting hoefden te betalen over het positieve verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten, zoals hypotheekrente. Deze Hillen-aftrek wordt vanaf 2019 in kleine stapjes afgebouwd. Woningbezitters mogen in hun aangifte over 2019 nog maar 96,67% van de Hillen-aftrek opvoeren. Bij een afgeloste hypotheek voor een huis met een waarde van €300.000 kan de belastingaanslag daardoor maximaal €34 hoger uitpakken. (Eigenwoningforfait: €300.000 x 0,65% = €1950. Hiervan 96,67% is €1885. Het verschil is €65. Daarover betaal je in het hoogste tarief €33,64.)
De hypotheekgarantie gaat naar €290.000 (was €265.000). Voor woningen met energiebesparende voorzieningen is de kostengrens 6% hoger, namelijk €307.400 (was €280.900). Met hypotheekgarantie betaal je een lagere rente voor de hypotheek. De hypotheekgarantie zelf kost eenmalig 0,9% van het hypotheekbedrag. In 2018 was dat nog 1%.
Onderhoudskosten voor een monumentenpand zijn niet langer aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Kosten om een Rijksmonument in stand te houden, zoals schilderwerk, timmerwerk en stukadoorswerk, kun
je voor 35% terugkrijgen in de vorm van subsidie.
De energiebelasting op gas stijgt met 3 cent per m3. De verlaging van de belasting op elektriciteit met €0,72 per kilowattuur verzacht dat een klein beetje. Maar dat is nog niet alles. Ook de heffing voor Opslag Duurzame Energie (ODE) stijgt voor zowel gas als elektra. Daarnaast gaat de belastingvermindering op de energiebelasting omlaag met € 51, van €308,54 naar €257,54. Bewoners met een elektriciteitsaansluiting krijgen deze vermindering. Al met al stijgen de belastingen op energie met ca. €130.
De AOW- leeftijd gaat volgens plan verder omhoog naar 66 jaar en vier maanden (was 66 jaar).
Pensioenen van €2 of minder bruto per jaar vervallen. Pensioenuitvoerders kunnen deze kleine pensioentjes overdragen aan een nieuwe pensioenuitvoerder. 2019 is het laatste jaar waarin iemand kan kiezen het pensioen in eigen beheer af te kopen.
23 januari, 21 februari, 21 maart, 23 april, 23 mei, 24 juni, 23 juli, 22 augustus, 23 september, 23 oktober, 21 november, 23 december.
Ondersteuning vanuit de Wmo kost voortaan voor iedereen €17,50 per vier weken. Inkomen en spaargeld doen er niet meer toe. De eigen bijdrage geldt onder meer voor huishoudelijke hulp, dagbesteding, woningaanpassing en vervoermiddelen, zoals scootmobielen. Voorheen kon de eigen bijdrage oplopen tot honderden euro’s per maand.
Wie zijn leven deelde met iemand die is overleden door een fout van een ander, kan deze schade voortaan verhalen op de dader. Ook als een naaste ernstig of blijvend letsel heeft, kan dat een reden zijn voor het claimen van affectieschade, zoals dat heet. Deze vorm van smartengeld is alleen bedoeld voor partners, kinderen en ouders van het slachtoffer en bedraagt tussen de €12.500 en €20.000.