Wie een krasje of een deukje in zijn auto krijgt, is natuurlijk geneigd om het meteen aan de verzekering te melden. Maar vaak is dat niet verstandig. Door de reparatie zelf te betalen, kan je op langere termijn soms wel honderden euro’s besparen.
Zelfs bij de meest uitgebreide all-risk polissen weegt vergoeding van de schade lang niet altijd op tegen de hogere premie die de verzekeraar gedurende minstens vijf jaren zal rekenen. ,Als je een schade claimt, val je vijf schadevrije jaren terug op de bonus-malus ladder. Die bonus-malus ladder bepaalt je premiekorting. Voor elk jaar dat je geen claim indient, word je beloond met een hogere korting. Die kan oplopen tot 85 procent. Als je claimt, kost het je weer vijf jaar schadevrij rijden om uit te komen bij de korting die je voor de schade had.
Besluit je toch te claimen, dan heb je meestal toch nog bedenktijd. Het kan immers gebeuren dat iemand pas na het indienen van een claim beseft dat het voordeliger was geweest om de herstelkosten zelf te betalen. De meeste verzekeraars bieden hun klanten de mogelijkheid om daar later alsnog voor te kiezen, ook al is de schade al uitgekeerd. Dit kan ook handig zijn als je op het moment van de schade het geld even niet hebt om de reparatie zelf te betalen.
Wie de uitgekeerde vergoeding binnen een bepaalde termijn, meestal een jaar, aan de verzekeraar terugbetaald, zakt niet naar beneden op de bonus/malus-ladder en voorkomt daarmee een forse premiestijging.
Het is helaas niet duidelijk waar precies de grens ligt tussen wel of niet claimen. Er spelen veel factoren mee, zoals het aantal schadevrije jaren dat is opgebouwd, het schadebedrag en de polisvoorwaarden van de verzekering. Het beste is om altijd voor jezelf te berekenen of het verstandig is om een schade te claimen, voordat je deze indient.
Als je besluit om de reparatie zelf te betalen, en je kunt de schade niet zelf herstellen, gan dan in elk geval shoppen bij verschillende autobedrijven, adviseert Gerard Kroon, expert Geld & Verzekeringen van de Consumentenbond. De meeste verzekeraars krijgen korting bij bepaalde schadeherstelbedrijven. Daardoor hoeven ze minder uit te keren. Maar garages kunnen dan ook meer werk hebben aan de schadeafhandeling. Bijvoorbeeld door het maken van een officiële taxatie en een schaderapport. De prijs kan hierdoor hoog uitvallen. Ook als er bijvoorbeeld vervangend vervoer is inbegrepen.
Betaal je de schade zelf? Dan kun je hier vaak op besparen. Het prijsverschil kan bijvoorbeeld zitten in de manier van repareren of het gebruik van tweedehands onderdelen. Vraag dus verschillende offertes op bij herstelbedrijven en vraag korting. Het uurtarief voor schadeherstel ligt rond de 70 euro.
Gaat het slechts om kleine schade, dan kan je altijd nog overwegen om zelf aan de slag te gaan. Een lakstift om een oppervlakkige kras weg te werken, kost vaak niet meer dan vijftien euro. Bij een garagebedrijf kost het herstellen van de eenvoudigste krassen op spiegelkap of grille al gauw 75 euro. En de kosten van het repareren van lakschade op de motorkap of het dak lopen snel op tot meer dan 300 euro.
Zelf herstellen is soms een optie. Een kras die lijkt te verdwijnen als je ‘m nat maakt, is vaak eenvoudig weg te werken. Datzelfde geldt voor krassen die zo ondiep zijn, dat je de groef niet echt kunt volgen met je nagel. Daarbij is een lakstift vaak al voldoende om de kras weg te werken. Zorg ervoor dat je de exacte kleur van je auto weet. De kleurcode staat op het zogenaamde VIN-plaatje (Vehicle Identification Number, vroeger aangeduid als chassisnummer), dat de fabrikant in elke auto aanbrengt. Waar dat VIN-plaatje zich bevindt, kan je in het instructieboekje of online opzoeken. Met de kleurcode kun je vervolgens zelf online of bij de dealer de juiste lakstift bestellen.