

In september verscheen, zoals elk jaar, de miljoenennota. Daarin stond onder andere dat de belasting op benzine in 2026 hetzelfde zou blijven. Nu blijkt toch dat het iets anders ligt: vanaf januari wordt een liter benzine bijna zes cent duurder.
De Tweede Kamer stemde op 27 november met een kleine meerderheid voor een plan van de ChristenUnie om de korting op accijns te verlagen. De korting is er nog wel, maar hij is lager dan gepland. Dit heeft gevolgen voor de brandstofprijzen: voor een liter benzine betalen we in 2026 5,5 cent meer. Diesel wordt 3,5 cent duurder, en lpg 1,5 cent.
Dit betekent dat er een hoop extra geld binnenkomt bij het Rijk. Accijns is namelijk een vorm van belasting, en dat is een inkomstenbron voor de overheid. Dit is vergelijkbaar met wegenbelasting: de opbrengsten daarvan worden gebruikt voor het onderhouden van wegen.
Het extra geld dat we betalen voor brandstof, gaat nu juist niet naar de wegen, maar naar het openbaar vervoer. Voor het OV stond een fikse besparing gepland in 2026, maar die is nu van de baan. Het plan van de CU, zoals het nu staat, zou 448 miljoen euro moeten vrijmaken om bezuinigingen op het OV te voorkomen. Of dit betekent dat treinkaartjes niet duurder worden, zoals de NS aankondigde, is nog niet bekend.
Veel mensen zijn afhankelijk van hun auto. Ben jij dit ook, dan komt dit nieuws best hard aan: het kan zomaar een paar tientjes extra per maand aan brandstofkosten opleveren. Daarom is het belangrijk om te weten: brandstofprijzen kunnen per tankstation verschillen. Soms loont een stukje omrijden, en zo veel goedkoper te tanken.
De auto blijft een kostenpost. Maar je kunt deze zo laag mogelijk houden. Juist nu de brandstofprijzen omhoog gaan, is het belangrijk te kijken waar je kunt besparen. Enkele tips: