Vanaf woensdag 1 maart kun je weer belastingaangifte doen over 2022. Waar moet je dit jaar op letten bij de aangifte inkomstenbelasting en waarmee kun je makkelijk geld besparen? NU.nl zet vijf tips op een rij.
Je kunt dit jaar geen studiekosten meer opgeven als aftrekbare post. Daarvoor is het STAP-budget in de plaats gekomen. “Maar dat is voor velen een doorn in het oog. Iedereen kon budget aanvragen voor studiekosten om jezelf te ontwikkelen of om te scholen, maar er was geen duidelijke regie.
Vaak was het budget al binnen een paar uur op. Tickets krijgen voor een festival als Tomorrowland was bijna makkelijker dan een STAP-budget krijgen. Er zijn nu wat dingen aangepast, omdat er ook misbruik van werd gemaakt. Je mag nu jaarlijks voor 1.000 euro aan budget aanvragen als je je hebt ingeschreven voor een studie of opleiding die door de overheid wordt erkend.
Ondernemers kunnen studiekosten bij de aangifte nog wel als zakelijke kosten opgeven. Maar natuurlijk wel alleen als deze kosten voldoen aan de voorwaarden voor zakelijke aftrek van studiekosten.
Veel mensen weten vaak niet dat bepaalde zorgkosten aftrekbaar zijn. Dat zijn de kosten die buiten je eigen risico vallen, zoals tandartskosten.
Maar wel noodzakelijke kosten. Bijvoorbeeld plastische chirurgie na brandwonden. Lippen vergroten omdat je dat mooier vindt, dan weer niet. Ook de reiskosten kun je hierbij opvoeren, maar bewaar deze details wel goed, zodat je het ook kunt aantonen.
Op de website van de Belastingdienst vind je de voorwaarden hiervoor. Er geldt namelijk een drempelbedrag. Heb je bijvoorbeeld maar heel lage kosten, dan kom je niet boven het drempelbedrag en geldt het niet als aftrekpost.
Ook giften aan bepaalde goede doelen of culturele instanties zijn aftrekbaar. De overheid heeft een lijst met ANBI-instellingen. Als een goed doel dit soort keurmerk van de overheid heeft, zijn je giften hieraan boven het drempelbedrag aftrekbaar. Tenzij het een periodieke gift van meerdere jaren is. Als je dit op papier laat vastleggen, hoeft het geen ANBI te zijn en geldt de drempel ook niet meer.
Voor Nederlanders met een eigen onderneming is het aantrekkelijk om te voldoen aan het urencriterium van de Belastingdienst. “Dit is een van de belangrijkste dingen voor ondernemers om minder belasting te betalen..
Je moet 1.225 uur per jaar aan je bedrijf werken. Dat is ongeveer 24 uur per week. Dan heb je recht op zelfstandigenaftrek en in de beginjaren nog op startersaftrek. Je winst wordt dan verlaagd met dit bedrag.
Hou deze uren goed bij in je agenda, een boekhoudprogramma, verschillende apps, of gewoon in Excel. Bijvoorbeeld even aan het einde van de week. Dit mogen alle uren zijn die je voor je bedrijf maakt. Niet alleen de declarabele uren, maar ook administratie, reistijd, netwerkgesprekken of het lezen van vakliteratuur. Je bent een dief van je eigen portemonnee als je dit niet doet.
Dit geldt voor iedereen. Maar voor Nederlanders in loondienst is het pensioen en de arbeidsongeschiktheidsverzekering vaak al via de werkgever geregeld. Extra pensioenopbouw of AOV is wel aftrekbaar.
En ondernemers kunnen belastingvoordeel krijgen als ze pensioen opbouwen bij door de overheid erkende instanties. En dan heb ik het niet over pensioen opbouwen door in crypto te beleggen. Bij deze instanties zet je jouw geld weg en daar kun je pas bij als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt.
Deze premie mag je opgeven als aftrekpost. Ondernemers moeten alleen wel binnen hun jaarruimte blijven. Dat is een maximaal bedrag gebaseerd op je inkomen. Let ook op dat als je al pensioen ontvangt, dit ook geldt als inkomen. Daar moet je inkomstenbelasting over betalen in box 1.
Wat veel mensen niet weten, is dat als je geen reiskostenvergoeding van je werkgever krijgt, je de reiskosten van openbaar vervoer naar je werk kunt aftrekken bij de inkomstenbelasting. Er zijn wel een paar zaken waar je rekening mee moet houden.
Je moet meer dan 10 kilometer per keer reizen. Ook geldt er een maximaal bedrag van 2.214 euro aan reiskosten per jaar.
Daarvoor moet je of een reisverklaring van je werkgever kunnen overleggen aan de Belastingdienst, of je moet een openbaar vervoersverklaring hebben. “Dat laatste kan bijvoorbeeld makkelijk door een uitdraai van je reizen te maken via je ov-chipkaart.
In die reisverklaring van je werkgever staat dat bijvoorbeeld pas vanaf 30 kilometer of slechts tot 30 kilometer reiskosten wordt vergoed. Je moet dus zelf wel de reiskosten betalen, op vaste reismomenten en minimaal één keer per week. Dan kun je deze kosten opgeven in je aangifte inkomstenbelasting.