In 2,5 jaar tijd ruim 465 miljoen subsidie uitgekeerd voor woningverduurzaming
5 november 2024
lening
Gasrekening mogelijk honderden euro’s hoger in 2030: dit kun je doen
5 november 2024

Het weer is duidelijk: de zomer is voorbij. Tijdens de herfst en winter is er meer kans op mist. Mist zorgt voor minder goed zicht. Bij autorijden met mist moet je op verschillende dingen letten. Wanneer zet je bijvoorbeeld je mistachterlicht aan? En hoe vind je je mistverlichting?

Rijden met de juiste verlichting

Het is belangrijk dat je altijd met de juiste verlichting rijdt. Naast mistverlichting is je auto voorzien van andere soorten verlichting. Dit zijn er een aantal:

  • Stadslicht. De meeste nieuwere auto’s zijn voorzien van stadslicht of dagrijlicht. Hier mag je overdag mee rijden, want zo ben je beter zichtbaar. Auto’s die vanaf 2011 zijn geproduceerd moeten stadslicht hebben.
  • Dimlicht. Dimlicht gebruik je als je overdag minder zicht hebt. Bijvoorbeeld bij regenval. In het donker is dimlicht verplicht.
  • Groot licht. Het groot licht mag je alleen gebruiken wanneer er geen tegenligger aankomt. Je mag ook geen groot licht aandoen als je achter iemand rijdt.
  • Mistverlichting. Je auto heeft twee soorten mistverlichting: mistlampen voor en mistachterlicht. Mistlampen voor bieden beter zicht op de weg. Je mistachterlicht zorgt ervoor dat achterliggers je beter zien.

Heb je een motor? Op een motor zit geen mistverlichting. Je kunt wel motor mistlampen of motor verstralers kopen.

Wanneer de mistlampen voor aanzetten?

Mistlampen aan de voorkant zet je alleen aan ​​bij mist, sneeuwval of regen die het zicht ernstig belemmert. Dit betekent dat het zicht minder moet zijn dan 200 meter. Op de snelweg kun je dit berekenen door te letten op de hectometerpaaltjes. Deze staan om de 100 meter (‘hecto’ betekent honderd). Kan je het volgende hectometerpaaltje zien of juist niet? Dan weet je ongeveer hoe ver het zicht is.

Wanneer zet je het mistachterlicht aan?

Je mistachterlicht mag alleen aan als je zicht aan de achterkant minder is dan 50 meter. Bij hevige regenval of sneeuw overdag mag je nooit je mistachterlicht aanzetten. Hierdoor kan je jezelf en tegenliggers verblinden. Heb je je mistlampen onterecht aanstaan? Dan kan je een boete krijgen. Voor verkeerd gebruik van je mistlicht voor is de boete 110 euro en voor mistachterlicht betaal je een boete van 160 euro.

Zo vind je je mistverlichting

Waar vind je het teken voor mistlampen in je auto? Mistverlichting in je auto herken je aan twee symbolen. Bij beide symbolen is er een kronkellijn zichtbaar door de lichtstralen. Het teken voor mistlampen voor is te herkennen aan de kronkellijn aan de linkerkant. De lichtstralen zijn verbeeld als schuine lijnen. Bij het teken voor mistachterlicht vind je de kronkellijn juist aan de rechterkant, met horizontale lichtstralen.

Tips voor rijden in de mist

Bij mist moet je extra opletten. Zo rijd je veilig bij mist:

  • Snelheid verminderen. Zorg dat je een stuk langzamer gaat rijden. Door mist is je zicht verminderd, wat weer invloed heeft op je reactiesnelheid.
  • Extra afstand houden. Houd daarnaast meer afstand. Het beste is om je afstand tot je voorligger te verdubbelen. Zo geef je jezelf meer tijd als je onverwacht moet ingrijpen.
  • Automatische verlichting. Veel auto’s zijn voorzien van automatische verlichting. Dat betekent dat het dimlicht automatisch aangaat als het donker wordt. Maar let op: de sensor kan alleen het verschil opmerken tussen licht en donker. Mist herkent de sensor niet. Zet bij nevel of lichte mist het dimlicht altijd handmatig aan. Bij dichte of zeer dichte mist hoef je het dimlicht en mistlicht niet allebei aan te zetten. Je hebt dan kans dat je verblind raakt door de reflectie van je eigen dimlicht.