De veranderingen in 2021

Nieuwe hypotheekregels in 2021
30 december 2020
Wellness vakantie
3 februari 2021

Op 1 januari 2021 zijn er tal van veranderingen in de regelgeving. De AOW gaat omhoog, de verkeersboetes ook, de belasting op spaargeld tot 50.000 euro verdwijnt en er komt een vliegbelasting. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Spaargeld

Spaarders en kleine beleggers met een vermogen tot 50.000 euro (100.000 euro met fiscaal partner) betalen geen belasting meer over dat vermogen. Dit gaat om bijna 1 miljoen mensen. Het tarief voor hogere vermogens gaat omhoog van 30 naar 31 procent.

Inkomstenbelasting

De verhoging van de arbeidskorting wordt een jaar vervroegd, de algemene heffingskorting en de ouderenkorting gaan omhoog. Het basistarief in de inkomstenbelasting gaat omlaag van 37,35% naar 37,10%. Dit basistarief loopt tot een belastbaar inkomen van 68.507 euro.

Inkomstenbelasting AOW

AOW’ers die voor 1946 zijn geboren, betalen over de eerste 35.941 euro belastbaar inkomen geen 37,10% maar slechts 19,20% inkomstenbelasting. Vanaf 35.941 tot en met 68.507 euro betalen zij 37.10%. Voor AOW’ers die na 1946 zijn geboren ligt de grens niet op 35.941 euro maar op 35.129 euro.

Vliegbelasting

Nederlandse luchthavens gaan voor iedere passagier 7,845 euro vliegbelasting in rekening brengen bij de luchtvaartmaatschappij.

Tabak

Sigaretten, shag en sigaren worden in 2021 duurder. Een pakje sigaretten wordt 12 cent duurder, een pakje shag van 50 gram 30 cent.

Minimumloon en AOW

Het minimumloon stijgt van 1680,00 euro naar 1684,80 euro bruto per maand. Als gevolg hiervan worden verschillende uitkeringen ook verhoogd, zoals de IOAW, AOW en WAO. De AOW wordt vanaf 1 januari 2012 1218,19 netto per maand. Gehuwden krijgen vanaf 1 januari 832,86 netto per maand per persoon. Samen is dat 1665,72 euro.

Huren

De liberalisatiegrens stijgt naar 752,33 euro. Dat is ook de maximale huurprijs voor huurtoeslag. Woningen onder die grens zijn sociale huurwoningen. In 2021 mogen de huren maximaal met 2,4 procent stijgen. Dat geldt voor de vrije sector en voor sociale huurwoningen. Bij woningcorporaties mag de gemiddelde huurverhoging niet meer zijn dan 1,4 procent.
Middeninkomens in een sociale huurwoning kunnen een extra huurverhoging krijgen van maximaal 5,4 procent. Dit maximum geldt bij een inkomen boven de 44.655 euro bruto per jaar.
Huurders met een laag inkomen en een hoge huur in een corporatiewoning krijgen eenmalig huurverlaging.

Verkeersboetes

Verkeersboetes worden gecorrigeerd voor de inflatie. Ze stijgen 1,6 procent. De bedragen voor snelheidsovertredingen liggen in 2021 1 tot 10 euro hoger.