Een dergelijke versobering van de hypotheekregels zou grote gevolgen hebben voor starters op de woningmarkt. In 2014 was de gemiddelde aanschafprijs van een starterswoning €185.000. Zouden de regels verder aangescherpt worden, dan moet je als starter voor zo'n woning dus minstens €18.500 euro aan eigen geld meebrengen. Daar komen vervolgens nog 2 procent overdrachtsbelasting, hypotheek- en notariskosten bij. Reken dus maar op € 27.750.
Het Centraal Planbureau (CPb) voorspelde onlangs dat ongeveer 70.000 starters de aanschaf van een huis moeten uitstellen als ze minstens 10 procent zelf moet inleggen. Niet alleen zal met een dergelijke maatregel de vraag naar starterswoningen terugvallen, ook de waarde van woningen zal teruglopen en de bouw van nieuwe huizen vertraagt.
Ook kopers die doorstromen uit een andere koopwoning nemen vaker eigen geld mee. Hierbij gaat het niet per se om spaargeld. Dat geld is meestal afkomstig uit de overwaarde van het vorige huis.
Hoe dramatisch zou het zijn als starters zich gedwongen enkele jaren moeten terugtrekken van de woningmarkt? Het is niet onrealistisch om te denken dat de gevolgen aanzienlijk zullen zijn. De afgelopen vijf jaar waren starters goed voor ongeveer de helft van alle woningverkopen.
Doorstromers zouden bij aanscherping van de hypothekeregels naar 90 procent langer moeten wachten tot iemand hun starterswoning koopt. Langer wachten betekent dalende huizenprijzen. De kans dat je hypotheek onverwacht toch (weer) onder water komt, neemt dan dus toe.